Mijn kleine meisjes, mijn grote liefdes

Ja, Eva ook jij bent nog klein. Ook al wil je zo graag groot worden en groot zijn. Wil je trouwen, een schoonmoeder hebben en een eigen kindje. Maar laten we maar gewoon beginnen met naar de kleuterschool gaan. Dat heb jij nog veel harder nodig. Iemand waar je tegen op kunt kijken, iemand waarnaar je wel moet luisteren, iemand van wie je echt wat kan leren. Binnenkort gaan we samen even kijken op school. Kijken waar je klas is. Zien wie je leraar of lerares is en of die misschien wel Heidi heet. Kijken wat je straks in augustus mee moet nemen.

En dan gaan we straks de zomer tegemoet. Dagen van buitenspelen, samen spelen met je zus en samen met je vrienden en vriendinnen. En wat zal jij goed Duits praten aan het einde van de zomer. Meis. wat zijn we trots. Apetrots! Zonder school, alleen door goed te luisteren en alles in je op te zuigen als een spons spreek je al beter Duits dan je moeder. Je weet het goed uit te spreken en kan je heel goed verstaanbaar maken. De complimenten van andere moeders zijn niet aan te slepen. Ze hebben je allemaal in hun hart gesloten, want wat doe jij je best. En ook thuis doe je je best. Je bent pittig en je zal altijd pittig blijven en dat siert je. Jij wordt niet snel vergeten!

En dan dat andere kleine monstertje. Dat kleine hartendiefje met 1 tand. Je wint iedereen om je hand met die ene tand en terecht. Na twee weken van veel vallen en veel drama hebben we nu weer een rustige periode bereikt. Je loopt weer als een kievit en je hebt je zinnen gezet op kletsen. Heel veel kletsen. Je houdt je mond niet meer. Natuurlijk soms wel. Je houdt je mond als je andere mensen ziet, want oh wat vind je die nog eng. En je houdt je mond als je stiekem weer aan het klimmen bent. Dat klimmen, dat wordt steeds gevaarlijker. We kunnen je geen seconde meer uit het oog verliezen. Ook in de tuin trek je de tuinhekken open en klim je op het grote speelhuis. Maar je geniet intens van alles. Van het dagelijkse loopje naar de kippen van de buren. Het zoeken en plukken van bloemen en het geven van blaasbloemen aan me. Schommelen en glijden, zo hard en snel mogelijk. Van de paarden die je knuffelen, van de koeien die loeien, de kat die je durft op te pakken, de schapen die zich laten aaien, de schildpadjes binnen en buiten. Wat ben je een lekker ding. Zo anders dan je zus en toch zo hetzelfde. Stel je toch eens voor dat je eens geen aandacht krijgt! Jij zorgt wel dat je aandacht krijgt, want je gaat gewoon pontificaal op mijn schoot zitten of trekt net zolang aan mijn hand dat ik wel mee moet. Ja schat, jij kleine piraat, jij komt er wel!

Jullie zijn mijn kleine meisjes, mijn grote liefdes