Deze dagen zijn bij uitstek geschikt om er met kindjes lekker op uit te gaan. Ver is niet nodig. Om de hoek is genoeg te beleven. Neem Utrecht. Op fietsafstand liggen her en der gebiedjes waarje gezinsbreed je ei kwijt kunt. We reden richting Utrecht noord-oost, waar in het idyllische Oud Zuilen het Slot Zuilen te vinden is.
Met drie kindjes midden in de stad wonen is gezellig, maar soms ook een uitdaging. Zeker als je een miniatuurhuisje hebt en er omwille van ruimtegebrek nogal eens fysieke en mentale botsingen plaatsvinden. Onder kleuters en peuters gebeurt dat vrij snel en dan is een beetje ruimte een wondermiddel. We pakten een kleed in, een stapel boterhammen en bekers drinken en hobbelden met z’n vijven door de tuinen van Slot Zuilen. Daar vonden we een prachtig grasveldje met bankje én prieel, waar we in het gras ploften.
Picknicken in de kasteeltuin
Buiten eten. Wie vindt het eigenlijk niet leuk? De boterhammen zaten er snel in en dan is het zoeken geblazen. Naar grasjes. Beestjes. Stukjes hout, schelpjes maar vooral naar madeliefjes en boterbloemen. De mannen plukten een hele berg madeliefjes. Dochter zat naast mij en keek hoe je nu precies een madeliefjesslinger moet maken. Ik ging even terug in de tijd, toen ik bij mijn opa en oma in de tuin madeliefjesslingers reeg aan de rand van de vliet, tussen het riet en de lisdoddes. Ik vlocht de madeliefjes in het haar van mijn dochter. Het slot had ineens weer een prinses.
Vlinders, libellen en tovervijvers
De mannen renden nog een paar rondjes, lekker met blote tenen door het gras en daarna pakten we onze spullen in en gingen eens kijken wat er nog meer te vinden was in de tuin. Mooi boomgaardje. Met appels. En peren. Veel bijen, mooie moerbei en perkjes met veel bloemen. En dus ook een roedel vlinders, waar mijn kinders dan wel weer erg gecharmeerd van waren. Vooral de ‘babyvlinders’ deden het goed, want die waren toch wel heel priegelig en schattig. Het terras van het slot is – ondanks het nieuwe café – nog steeds open voor publiek (want er waren een hoop mensen die hun vaste plekje aan het water mistten na sluiting) dus we hingen ook nog een poosje over de reling boven de slotgracht. We ontdekten daar visjes en heel, heel grote, glanzende libellen! En witte waterlelies. Waarop Isin, Nim en Neas zich meteen afvroegen of daar nou niet een lelietje bewoog… want misschien… net als bij Noa… Dat krijg je… als mama boekjes schrijft. Ik word daar wel blij van en speel het lekker mee. Zeker weten. Dit is ook een Tovervijver.
Buiten = beter?
Mocht je je toch eens afvragen of buiten zijn écht zo goed is voor kinderen: ja. Een dag als deze kan het alleen maar beamen. Vrijheid. Ruimte. Beestjes. Alle ‘neetjes’ werden ‘jaatjes’. Alle druilerige gezichten werden lachende (tandeloze) monden en pesterijtjes maakten plaats voor saamhorigheid… want bloemen zoeken gaat beter met z’n tweeën. En vlinders kijken ook. En verstoppertje spelen moet met z’n drieën. En als de kindjes blij zijn… zijn de ouders het ook.
Comments