Wat als je zo’n dieptepunt in je leven bereikt dat je alleen maar wilt slapen en erger nog; niet meer wilt leven? José vertelt vandaag zelf over deze periode in haar leven waarin ze rock bottom bereikte en er langzaam weer uit kroop. Bedankt José dat je jouw verhaal wilt delen.
“Het ging mis. Met mij ging het helemaal mis. Ik had op de resetknop van mijn leven moeten drukken.
Dat ging minder makkelijk dan het nu lijkt. In zeven maanden tijd brokkelde mijn bestaan af. Ik, ja ik, was de controle kwijt. Helemaal volledig kwijt.
Ik raakte mijn baan een soort van kwijt, mijn huis, een aantal vrienden en mezelf.
Ik was totaal weg, helemaal van de kaart. Ik wist niet meer wie ik moest zijn, maar ik wist wel dat ik de persoon die ik geworden was niet meer kon zijn. Het was te vermoeiend. Uitgeteld was ik. Zo vreselijk moe en verslagen, dat ik niet meer wilde leven.
Nu ik terugkijk op die eerste weken. De weken waarin ik niets meer had en rock bottom bereikte, was er ook een enorme opluchting. Ik mocht eindelijk al die ballen die ik in de lucht hield, laten vallen. Loslaten, me nergens meer zorgen over maken en slapen… en roken.
Het kostte me al mijn kracht, God wat heb ik gevochten, maar ik liet los. Alles liet ik los opdat ik mijn leven kon behouden. Want ergens heel diep in mij bleef het besef dat een einde eraan maken, ook echt het einde zou betekenen. Dat zonder mij, mijn wereld zou stoppen.
Ik heb geslapen, gehuild, gerookt en nog meer geslapen. De wanhoop, de angst, het bereikte zijn hoogtepunt, maar ik kon het delen en hoefde verder niets meer. Ik kreeg vrij. Mijn ouders namen het, zonder een enkel verwijt van me over. Alles, de ellende, de rotzooi, daarvoor ben ik ze ontzettend dankbaar. Zij hebben mijn leven gered.
Langzaam na wat weken slapen, huilen en roken, begon ik op te bouwen. Ik kreeg de sleutel van mijn nieuwe huis. Een project, ik kreeg van mijn huisbaas de tijd om het huisje eerst, huurvrij, naar mijn smaak te maken. In de weekenden rustig aan, eens een muurtje schilderen, een aanrechtje soppen, altijd met mijn vader, mijn rots in de branding aan mijn zijde. Om smiddags thuis te komen bij mijn moeder. Die voor me zorgde, over me waakte.
Het was in die periode dat er een klein wonder gebeurde. Ik had jaren geslapen op een oud, te klein matras en ik wilde mijn nieuwe leven beginnen met een passend matras. Op een mooie maandagmiddag in augustus stapte ik de Beter Bed in, niet wetende dat mijn leven daar voorgoed zou veranderen.
Ik werd geholpen door een leuke jongen. We hadden een gesprek van een ruim uur en op de offerte schreef hij, op mijn verzoek, zijn telefoonnummer. Hij had verteld dat hij de dag ervoor dertig was geworden dus nodigde ik hem per sms uit voor een kop koffie. Hij belde en vroeg of we er geen diner van konden maken. Zo gebeurde het.
Na een gezellige woensdagavond spraken we af voor de zaterdag. Ik, destructief als ik was, gooide tijdens onze tweede date alles op tafel. Alle puinhoop, zo alsjeblieft, dan ben ik er maar vanaf. Hij keek me aan en zei: ‘wat rot voor je, maar nu ben ik er en ik help je erbovenop.’
Slik, ik kan het zelf wel hoor…
Met mijn hulpverlener van dat moment besprak ik het. Waar ben ik mee bezig? Dit gaat natuurlijk mis en dan zit ik nog dieper in de put. Zij wierp tegen dat het ook goed kon gaan. Dat ik eens een keertje lief voor mezelf moest zijn en gewoon plezier moest hebben.
En het ging goed, hij bleef, hij gaf mij nooit het gevoel dat hij niet bij mij wilde zijn. Niet één keer ben ik onzeker geweest over zijn gevoelens voor mij. Ik was wel onzeker over mijn gevoelens voor hem, maar ook dat accepteerde hij. Hij had zijn eigen leven, zijn vrienden, zijn familie, nooit liep hij achter mij aan, maar er was wel altijd plaats voor mij.
Zo bouwde ik langzaam weer op. Vallen, opstaan, weer vallen, voorzichtig opkrabbelen, om vervolgens weer keihard neer te komen. In negen jaar kwam ik tot waar ik nu ben. Nog lang niet ‘genezen’ maar functionerend. Met een man, een kind en natuurlijk nog steeds mijn ouders. Zij hebben mij in de afgelopen jaren weer langzaam los mogen laten. Soms ga ik nog keihard onderuit, maar met zijn drieën vormen ze inmiddels een vangnet waar ik nooit doorheen val.
Zonder jullie was mijn leven er waarschijnlijk niet meer. Jullie zijn mijn basis, mijn begin en mijn eind en ik houd van jullie. Bedankt!”
Mooi zo’n verhaal met een happy end!
De mensen die ons kennen kunnen beamen dat dit verhaal woord voor woord letterlijk gebeurd is. Wat natuurlijk niet betekent dan mijn man een prins op een wit paard is. Hij heeft ook gewoon zijn fouten en hufterige kantjes ;). En mijn ouders zijn de liefste mensen op de wereld, maar soms ook gewoon vervelend en bemoeizuchtig.
Het kost moeite om het mooie in het leven te kunnen zien, maar het is er. Bij iedereen, daarvan ben ik inmiddels overtuigd.
Dank je wel voor het plaatsen van mijn verhaal.