Mijn idee was uiteraard briljant: we maken van bewaarde Danoontjepotjes en een paar loepen een custom-build loeppotje. Voor allemaal eentje. En dan gaan we lekker naar Sandwijck, op zoek naar alles wat kriebelt en meer dan vier pootjes heeft, omdat eens van dichtbij te bestuderen.
Waterdicht plan, zou je zeggen. Maar wat hoor ik mijn twee kleuters daar roepen? ‘Neeee mam! Dat willen we niet!’ Goed. Dan kun je leuk met BuitenHelden bezig zijn, en een beetje houden van uitwaaien, wuivend gras, beestjes en mooie watertjes… als kleuters niet willen, dan willen ze gewoon niet. Period.
Plan B
Goed. Wat kunnen we dan eens verzinnen? Dat we de deur uitmoesten, stond buiten kijf. Mijn ogen bleven, ook na zes koppen koffie, niet meer open zonder stukjes plakband, mijn lijf schreeuwde om een zacht matras en mijn hersens waren snot. Kindjes waren lief, maar extreem energiek, net uitgespeeld en peuter had besloten vandaag géén middagslaapje te doen. Je begrijpt ‘t wel. Ineens hoor ik mezelf vragen of ze misschien naar het Nijntjehuis willen. ‘Jaaaaaaaaaaaa mamaaaaaaa!’ *bonk bonk bonk* En daar staan drie kindjes klaar in de gang. Met schoentjes aan, een Nijntjeknuffel in de hand en scheef vastgeknoopte vestjes. ‘Kom je al, mam?’ Zes paar puppy-ogen. Heb ik dit bedacht? Oja.
Nijntje, lief klein konijntje…
Gelukkig wonen we op een steenworp (letterlijk!) afstand van het Nijntjemuseum in Utrecht, dus we wandelen door het park richting Centraal Museum Met museumjaarkaarten (Hulde voor de jaarkaart! Beste aankoop die ouders met jonge kinderen kunnen doen!) in de aanslag, rent het kleine spul naar binnen. Ze weten de weg wel, want we zijn er ‘een paar keer’ eerder geweest. De cafeïne vult inmiddels mijn bloedbaan en ik besef dat dit eigenlijk een ontzettend goed idee is. De kindjes kruipen door huisjes, luisteren en lezen boekjes, klimmen, bouwen, verkleden zich, kruipen in Nijntjes bed en maken magneet-Boris-en-Barbara’s. Ik mag door blokkenpoorten kruipen, duw Neas rond op de Nijntje-trein en sjor Nim van een ‘hier-niet-op-klimmen’ object af, voordat de inspectie ziet dat ze erop zit.
De zolder van Nijntje
Naast de ‘gewone’ kamer, is er ook de Zolder van Nijntje. De zolder is er nog niet zo lang. Eigenlijk is het stiekem een indoor-speeltuin. Er staat een wip, evenwichtsbalk, van die ronde kuipjes waar kinderen in kunnen draaien en die uitermate geschikt zijn om hun tere nekjes in te breken (loslaten… loslaten… risico hoort erbij), er zijn springstenen om paadjes mee te maken en je kunt er tekenen en filmpjes kijken of gewoon kroelen met een HEEL grote Nijn. Zonder ‘tje’.
Energie voor 100
We vermaken ons prima. Als het zo langzaamaan tijd wordt om huiswaarts te gaan, zien we een bordje hangen. ‘GYMZAAL –>’ Ehm. Drie glunderende snuiten kijken me aan. Ik ben echt een zachtgekookt ei. De energie is er nog lang niet uit (!?), dus waarom zouden we niet nog even gymnastieken? Er blijkt een grote gymzaal te zijn in het museum, voorzien van Nijntje-gele vloermatten en drie manden met ballen, ballonnen en sokken(?). Succes gegarandeerd! We voetballen, gooien over, doen ballontikkertje, rennen rondjes, jongleren en spelen treintje op de gymzaalbank. Na drie kwartier zie ik natte haren, rode wangen en hoor ik een hoop gehijg. Ze willen nu toch wel naar huis.
Ai. Dat winkeltje.
Opweg naar buiten zijn we genoodzaakt nog even door het Nijntjewinkeltje te banjeren. Hoewel ik mijn poot lang stijf houd, komen we uiteindelijk toch met een cadeautje thuis. Een magneetje voor de oudste kleuter en een heel klein button’tje voor de jongste twee. Onder het mom ‘pimp je schooltas’ ben ik als vormgever toch wel een beetje gevoelig voor dingen wat extra sjeu geven, dus ik laat me iets te makkelijk overhalen.
Eeehm… en dat buiten dan?
Ja, precies. Dat buiten. Nouja. Ook BuitenHelden hebben niet altijd zin om naar buiten te gaan. Zeker niet als je al vier keer een plens regen op je hoofd hebt gekregen bij het wegbrengen en ophalen naar en van school. Dan mogen BuitenHelden ook best wel eens een keer BinnenHelden zijn. Toch?
Comments